Het is het een of het ander. Dat is de heersende gedachte. Je bent een optimist, die alles van de zonnige kant ziet, of je bent een pessimist die een glas ziet dat half leeg is. Maar al te vaak plaatsen we elkaar in deze kaders.
Als je luistert naar wat je om je heen hoort, hebben we volgens velen optimisme nodig om vooruit te komen. We moeten in onszelf gaan geloven, ons richten op wat we kunnen, waar we goed in zijn en waar onze passie ligt. De handen uit de mouwen…
De Amerikaanse admiraal Stockdale zat in Vietnam acht jaar vast als krijgsgevangene. Hij wilde mentaal ongebroken blijven en stimuleerde zijn omgeving daarin. Hij overleefde deze situatie, zonder dat hij wist of hij deze gevangenschap zou overleven en of hij ooit zijn familie weer zou zien. “Ik bleef geloven in een goede afloop”, zei hij tegen Jim Collins*. “Ik heb er nooit aan getwijfeld of ik vrij zou komen (..).” Tegelijk was voor het hem glashelder dat niet de optimisten het zouden overleven. “We komen met kerst vrij. Maar kerst ging voorbij. We komen met Pasen vrij. Ook Pasen ging voorbij. (..) Ze stierven aan een gebroken hart.” De belangrijkste les die Stockdale heeft geleerd is paradoxaal. (1) Blijf geloven in je overwinning, maar (2) zie de harde realiteit onder ogen, wat dat ook is.
Of te wel: we hebben een grenzeloos optimisme nodig en tegelijk moeten we de discipline opbrengen om de harde feiten onder ogen te zien. Het is dus niet of-of, maar en-en. Ik raad u aan het boek Good to Great van Jim Collins te lezen. En als u hierover wil doorpraten: ik ga graag met u in gesprek hoe deze “Stockdale-paradox” een plaats kan krijgen in uw organisatie.
* In Good to Great beschrijft Collins de resultaten van een langdurig onderzoek naar de vraag waarom sommige bedrijven gewoon goed zijn en anderen geweldig. De resultaten van dit onderzoek zijn tijdloos en universeel. De kern van zijn boek: discipline van mensen, discipline van denken en discipline van activiteiten.